Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [7]viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende: 7. Betuigende daarmede niet alleen zijn nietigheid en onwaardigheid, maar ook zijn eerbiedig en dankbaar hart jegens den almachigen en genadigen God; alzo onder vs.17; Lev.9:24; Ezech.43:3.